Titel - el inctur sunditi nvellor essequamus, co Ficat quistio. Ita dendae. Itatiissit aut porro corro occatusae dolorum
Subtitel - Ad et eatur, omnihil itatia nimus. Nis aciis eos cum arumet dentibus, que conempos atur molorest, nos peliant, iumquo modi dolum volorro restis nonsequatia ne autenti
De pensioenwereld staat aan de vooravond van een van de grootste financiële operaties uit de Nederlandse geschiedenis. De in totaal 1.500 miljard euro aan pensioengelden moet worden opgeknipt en verdeeld over individuele pensioenaanspraken, de ‘persoonlijke potjes’. Een immense opgave voor pensioenfondsen en uitvoerders. BDO deed onderzoek naar de readiness van pensioenfondsen in aanloop naar de transitie.
Na het lezen van dit rapport:
Weet u welke keuzes fondsen tot op heden maakten én welke risico’s hierbij komen kijken;
Bent u geïnspireerd door de visie van een achttal prominenten uit de sector, namelijk: Theo Camps (Rabobank Pensioenfonds), Marike Knoef (Netspar), Thom van der Spek (Achmea Pensioenservices), Marcel Verheul (ABN AMRO Pensioenfonds), Monique Sueters (AZL), Erik Uijen (PME), Mariette van de Lustgraaf (SPOA) en Francis van Bergenhenegouwen (Het Nederlandse Pensioenfonds)
Weet u in hoeverre de sector voorbereid is op de transitie.
Kop2 - conse pliquodic totas sus, in prae pelesequis Platte tekst - lorem Ipsum Ovit la quibusam quibus velecep udiorat ibusto conse natisqui consequae eos et ea qui beat quibustis eatur susda vitae parumque magni oditas auda nam ni oditas auda namIctur modipsusa dolore nate natectaqui unt qui dolorehent, te magnaturi omnis neserro verum faccae. Ta sandebis evellat quiditis dolorep udanda sedi dolecatent autat.
Tabelkolom
Tabelkolom
Tabelkolom
Tabelkolom
Rij 1
Rij 2
Rij 3
Rij 4
Tabelkolom
Tabelkolom
Tabelkolom
Tabelkolom
Rij 1
Rij 2
Rij 3
Rij 4
Kop1 - Cab ipidelende mint omnis
Kop2 - conse pliquodic totas sus, in prae pelesequis Platte tekst - lorem Ipsum Ovit la quibusam quibus velecep udiorat ibusto conse natisqui consequae eos et ea qui beat quibustis eatur susda vitae parumque magni oditas auda nam